Zie Ginds Komt De Stoomboot

bron : "Pelter ditjes en datjes" van René Vanderhenst

Er was eens, lang geleden… (zo beginnen sprookjes en de geschiedenis van het Sinterklaascomité is een sprookje) een Peltenaar die met lede ogen zag dat de «schoentjes» van de kinderen van Pelt maar magertjes gevuld werden op 6 december. De nasleep van wereldoorlog 1940-1945 deed zich duidelijk voelen. Er was nog geen welstand en ook de grote kindervriend Sinterklaas moest de tering naar de nering zetten. Die Peltenaar was apotheker Jaak Geusens.
Je zult allicht begrijpen dat «de snoepzak van 2000 Pelter kinderen beter vullen» niet het werk kon zijn van één persoon en daarom deed onze stichter-apotheker beroep op vrienden en kennissen uit alle wijken van de gemeente.

Pelt zou Pelt niet geweest zijn als er niet velen bereid waren de handen uit de mouwen te steken en zie… weldra begon het sprookje, een sprookje van liefde voorde kinderen, van initiatief en inzet, van onbaatzuchtig werken; zo is het 50 jaar gebleven. Het Sinterklaascomité bestond en bestaat nog steeds uit mensen die «gratis» hun tijd besteden en hun werk doen uit liefde voor de Pelter jeugd. Jaak Geusens kon starten in 1946. Er was een comité!. Het aantal leden was groot en op gevaar af iemand te vergeten, gaan we even het rijtje aflopen:

• Stichter: Jaak Geusens
• Eerste Voorzitter: Jef Claes
• Secretaris-penningmeester en duvel-doet-al: Pier Ceelen.

Pelterditjes05_JaakGeusens.png Pelterditjes06_JefClaes.png Pelterditjes07_PierCeelen.png
Jaak Geusens Jef Claes Pier Ceelen

Leden: notaris Croonenbergs, Henry Custers, Theo Rabbijns, Jef Steensels, Sjel Mentens, Henri Haex en Heinke Kerkhofs, Frans Lourdaux en Henri Hendriks, Jar Steensels en Gêne Serroyen, Jaak Meuris en Beir Bergmans, Gerrit Spooren, Tijske Timmers en Willem Tielemans, Fonske Meurs, Louis Van Chaze en Lom Vanbaelen, Henri Theuwis en Tjeu Hoogstijns en (vergeef me) meerdere anderen, waarvan we de namen niet meer konden achterhalen, maar met evenveel verdiensten als voornoemden!

De beginperiode was niet zo spectaculair. De Sint bezocht de kinderen ten huize en in de scholen maar in 1948 trad de Heilige Man met zijn gevolg in het volle daglicht. Op de zondag voor 6 december, na het lof van half drie, werden de Sint en zijn knechten opgewacht aan de kloosterdeur door de jeugd van het dorp onder leiding van de juffrouwen en de meesters. Feestelijk trok de kinderstoet door het dorp naar de Rodenbachzaal. De Sint, Nikodemus en Zwarte Pieten sloten de optocht in de grote slee van notaris Croonenbergs, bestuurd door George Mercier uit Neerpelt. De grote Rodenbachzaal zat al bomvol: de dorpsnotabelen, de comité-leden, de vaders en moeders met de peuters.

Pelterditjes08_EersteSint.png

De stichter, de voorzitter en de secretaris ontvingen de Heilige schare op het grote podium. De kinderen, geperst tussen de voorste rijen en het podium, zongen van «Zie ginds komt de stoomboot», de Sint sprak zalvend en veelbelovend, de snoepzakken werden uitgedeeld en…jong en oud vonden het echt een reuzefeest. Schreef ik daar niet «aan de kloosterpoort»? Weet wel dat al die jaren Sinterklaas en zijn helpers bij de zusters uitrustten van de zware arbeid. Je begrijpt dat de Sint de brave Zusters in het hart draagt. Hij aanhoorde geduldig hun wensen en beloonde hen naar verdiensten, soms onder veel hilariteit. De dag voor het feest waren ook de comité-leden (en hun vrouwen) aanwezig op het klooster om de snoepzakken te vullen: het snoepgoed werd door secretaris Pier Ceelen aangekocht bij Frederix in het Lindel, Tjeu Renckens leverde de chocolade en de papieren zakken droegen het merk «Miko-koffïe»!
In het dagelijks leven luisterde de Sint naar de naam van Jan van Simon Theuwis. Theo Hendriks was Nikodemus en Johan Claes en Fons van slachter Kenis waren de zwarte boemannen. En het Sinterklaasfeest werd een jaarlijks succes. Wel moetje weten dat het aantal van «de aan de Sint gelovende kinderen» rond 1950 groter was dan in 1995. Het was eerst op het zesde, ten vroegste op het vijfde leerjaar, dat vroeger de lamp begon te branden. Nu is het reeds oppassen geblazen op het eerste studiejaar.
De leden van het comité bezochten jaarlijks trouw de kinderen van hun wijk en bezorgden «de bonnetjes» en Sinterklaas en Co bezochten ook de verre parochies: Lindel, Fabriek, Holven.
Ha! mijn goede dorpsgenoten: in 1951 werd onze Sint onder de wapens geroepen!!! Geen nood echter! Fons Kleutgen, toen een jong ambitieus leraar aan de technische school, verving hem met brio! Onze “nieuwe Heilige” moest echter al dadelijk ondervinden dat het hemelse pad met doornen bezaaid ligt. Toen hij zich voor het eerst op het klooster in de bisschoppelijke gewaden zou hullen, stond hij daar plots, in broek en onderhemdje, oog in oog met de beroemde Monseigneur Broeckx, «de bronzen stem van Limburg»! Stel je maar voor! Jij als bisschop in haast ontklede staat tegenover zo een beroemde collega. Eén komt echter nooit alleen, en… toen Sint Fons, fier als een gieter in die glanzende Croonenbergs-slee naar de Rodenbachzaal reed en breed wuivend de talrijke kinderen voor de pastorij groette, zakte plots zijn mooie witte baard op zijn knieën. Met een geweldige snoeksprong dook de «heilige oude man» naar de bodem van de auto, bevestigde zijn baard opnieuw aan zijn kin en kwam, pioenrood, weer te voorschijn.

Pelterditjes09_SintFons.png

Maar alle gekheid op een stokje, Fons was een waardige, gezagvolle Sinterklaas! Hij was het die als eerste Heilige de nieuwe school van het Haspershoven in december 1952 bezocht. Tjeu Hoogstijns, Henri Theuwis, Zjang Dilissen, Toon Severens, Henri Custers en anderen, de steunpilaren van de nieuwe school, ontvingen het hoge gezelschap in hun nieuwe gebouw. De kinderen zetten hun beste beentje voor met zang en voordracht, de snoepzakken werden uitgereikt en… Comité-leden, burgemeester en schepenen, Sint en Pieten, meesters en juffrouwen namen dan langdurig afscheid in de grote kamer bij Henri Theuwis. Toevallig was daar een paar dagen eerder het varken geslacht en… je weet wel: een stevige borrel was goed om de smaak van balkenbrij en bloedworst weg te spoelen.

Pelterditjes10_SintMetVoorzitter.png

En de jaren kwamen en gingen!!! De heilige man veranderde nog eens van naam: schilder Swinnen van Neerpelt kreeg de eer. Het was niet omdat Pelt geen «heilige» meer had, maar voorzichtigheidshalve… Kinderogen kijken scherp! De oude Rodenbach voldeed niet meer aan de eisen van het comité en men verhuisde naar de grote zaal van de technische school in het dorp. Secretaris-schatbewaarder Pier Ceelen bleef onvermoeibaar aan het werk, Jar Steensels werd voorzitter, comité-leden gingen en werden dadelijk vervangen… maar de Sint kwam trouw ieder jaar zijn jeugdige fans bezoeken. De parochies Fabriek en Lindel gingen hun eigen weg, maar Holven werd jaarlijks bezocht tot ver in de jaren 70.
Rond 1960 vielen op het Haspershoven de oude getrouwen weg, maar Giel Jaeken, Henri Custers, Lei en Jef Hoogstijns, Beir Custers, Tjeu Spellers, Bert Mens, Paul Claes en anderen stonden klaar om de taak over te nemen. Het grote werk «snoepzakken vullen» werd voortaan verricht de namiddag voor het feest in de kelderzaal van de technische school. Allerhande manieren werden beproefd om het grote feest ordelijk te laten verlopen: voor alle kinderen, kleuters en leerlingen van het 1ste, 2de, 3de en 4de leerjaar, peuters en kleuters met hun ouders, 4de, 5de en 6de leerjaar in de voormiddag… De overrompeling bleef echter duren: de Sint was en is een populaire Heilige. Pierke Ceelen legde na vele jaren zijn ambt neer; zijn kasboek was een model! ledere frank was vermeld. In Michel Theuwen kreeg hij een waardige opvolger.
Rond 1970 sloeg plots weer de vlam in de pan: er kwam een nieuwe Sinterklaas en zonder te willen tornen aan de kunde van de vorige Heiligen, nu hadden we de «echte Sint» te pakken, een Sint met klasse, een Sint met humor en ernst, een Sint die kinderen kon begeesteren. Ruim 20 jaar lang blijft Sint-Gerard Bloemen het idool van de jeugd van Pelt. Toen dan rond 1980 Giel Jaeken secretaris en P.R.-man werd tussen de schare der Heiligen en het comité, brak er een gouden tijd aan.

Pelterditjes11_GielJaeken.png Pelterditjes12_GerardBloemen.png
Giel Jaeken Gerard Bloemen

Ieder jaar wordt de Sint door een talrijke groep kinderen ontvangen in de grote zaal van Mater Dei. De Sinterklaas en zijn knechten reisden al per auto, per koets en per trein naar Pelt. De laatste jaren komt hij per helikopter op bezoek. Zo zie je maar, zelfs in de hemel gaat men met zijn tijd mee! Het weze hier gezegd dat ééns de trein in Overpelt-statie vergat te stoppen en hij de verbouwereerde Sint en Pieten in Neerpelt afleverde. De jeugd van Pelt zag de trein voorbijsnellen en staarde hem na, met tranen in de ogen: «de Sint liet hen in de steek»! Geloof maar dat die van Neerpelt gelachen hebben.
In de zaal worden kinderen en ouders toegesproken door de Sint en verheugd met zang, muziek, voordracht en poppenkast. De snoepzakken, al jarenlang gevuld geleverd door Veranco, worden uitgedeeld in Haspershoven, op Immaculata aan onze senioren, aan alle kinderen in de grote zaal van 't Pelterke en… aan de Zusters waar de Heiligen nog regelmatig komen uitrusten. Dit jaar, 1995, maakte het Sinterklaascomité zich klaar om het feest voor de 50ste keer, de gouden keer, te vieren.
Ook de bewoners van Sint-Oda krijgen jaarlijks bezoek van Sinterklaas en… dit jaar was het voor de 25ste keer, een zilveren keer. «Sinterklaas en zijn gevolg» en «het Sinterklaascomité» vormen samen een gesmeerd lopende ploeg! In alles wat er gebeurt, wordt ieder lid betrokken, ingelicht en geraadpleegd. De inhoud van de snoepzakken wordt steeds door alle leden kritisch besproken; het kasboek is een «open boek» voor iedereen. Meer dan duizend driehonderd kinderhandjes vullen, kost jaarlijks rond de honderdduizend frank.
Peltenaren, wij rekenen op de jeugd om de volgende 50 jaren vol te maken.
De Sint en zijn gevolg

  • Sinterklaas: Gerard Bloemen
  • Nikodemus: Torn Akkers
  • Reserve Sint/Niko: Hendrik Drieskens
  • Zwarte Pieten: Paul Claes, Guy Akkers, Kris Akkers, Ricky Claes, Patrick Peters, Ive Pellens

Anekdote

Nikodemus Tom schrijft steeds met grote letters de «bestellingen» van de bengels in zijn grote boek. Staat daar voor hem op een bezoekdag in 't Pelterke een frisse jeugdige moeder met een 4-jarig knaapje.
«En?…», zegt zalvend onze Nikodemus, «…wat zal ik opschrijven?» Het knaapje somt op: «Een trein, een bouwdoos, snoep… en ook een zusje!».
Onze Niko kijkt verbluft op, de moeder bloost hevig en slaat de ogen neer. Sint Gerard vermoedt iets, keert zich naar Nikodemus en zegt overtuigend (misschien de macht der gewoonte?): «Schrijf maar op Nikodemus, wij zullen er wel voor zorgen hoor!»

Unless otherwise stated, the content of this page is licensed under Creative Commons Attribution-ShareAlike 3.0 License